Prinsjesdag over dividendbelasting? Volkert Engelsman, directeur en oprichter van het biologische bedrijf Eosta / Nature & More, daagt met zijn Duurzame Troonrede onze bewindslieden uit de Tweede Kamer uit na te denken over de toekomst van ons eten. Daarvoor is het noodzakelijk om over de grenzen van ministeries heen te denken. Alleen dan kunnen we duurzaamheidsproblemen, zoals watervervuiling door kunstmest en pesticiden oplossen.
Ook interessant: daarom is gangbaar te goedkoop
- Tekst gaat door onder de foto
Het biologische bedrijf Eosta – bekend in de winkel onder het merk Nature & More – bestaat een kleine 30 jaar. Oprichter Volkert Engelsman werd in 2017 gekozen tot Nr 1. In de Trouw Duurzame Top-100. In 2018 won Eosta o.a. de Koning Willem 1 Duurzaamheidsprijs.
Verborgen kosten in Duurzame Troonrede
Volkert Engelsman bespreekt in zijn Duurzame Troonrede uitvoerig de verborgen kosten in de economie, specifiek die van landbouw. Wist je dat in Frankrijk de overheid 54 miljard euro per jaar betaalt om de vervuiling van grondwater met pesticiden en kunstmest ongedaan te maken?! En Nederland nog boven Frankrijk staat in de lijst van water vervuilende landen. Het is bizar dat onze landbouw het grondwater vervuilt en vervolgens van het ministerie van landbouw subsidie krijgt (lees: ons belastinggeld!). Vervolgens mag het ministerie van infrastructuur en waterstaat het grondwater weer schoonmaken met…juist, ons belastinggeld!
Hieronder een ingekorte weergave van de Duurzame Troonrede die Volkert Engelsman schreef:
Lotgenoten,
Dat woord lijkt heel zwaar, zo van: we lijden samen onder de enorme ecologische en sociale rampspoed die op ons af dendert. Maar zo is ‘lotgenoten’ niet bedoeld. Het gaat over zelfleiderschap: het initiatief om je lot zelf in handen te nemen en niet af te wachten. Een wake-up call om fundamenteel anders naar de drijfveren van onze economie te kijken. Door lotgenoten op te zoeken en daarmee het verschil te maken. Ieder op zijn eigen unieke manier: ‘ik ben omdat wij zijn’. Bedenk daarbij dat alleen dooie vissen met de stroom meegaan.
Oude winstdefinitie als laatste obstakel
We leven in een periode van grote veranderingen. We zitten qua klimaat, biodiversiteit, water en bodem tegen grenzen aan die niemand meer kan negeren. Het inzicht is er, beleidsmaatregelen staan in de steigers, maar één obstakel blijft weerbarstig: het autisme van onze economie waarbij de kosten- en winstdefinitie geen rekening houdt met de maatschappelijke kosten.
Karma als businessmodel
Onlangs was ik onderweg in Bhutan, een geïsoleerd koninkrijkje aan de voet van de Himalaya met een unieke visie op economie. Centraal daarin staat het begrip karma. In hun visie zijn steen, plant, dier en mens één en ondeelbaar met elkaar verbonden. Alles wat je doet heeft in die visie gevolgen voor het geheel. Tijdens je leven bouw je karma op en dat bepaalt hoe je volgende leven er uit ziet. Wat we de ander of de planeet aandoen komt vanzelf bij ons terug. Een fascinerende werkhypothese, die een compleet nieuw perspectief op onze economie geeft: winst ten koste van iets of iemand anders is dan niet efficiënt want de ellende komt vanzelf bij jou terug. De kluit belazeren is jezelf belazeren. Karma als business model. Het is maar een idee.
Happiness Index als inspiratiebron
Tijdens de IFOAM in 2012 leerde ik de premier van Bhutan kennen, Jigmi Thinley. In zijn land meten ze welvaart aan de hand van een Gross National Happiness Index. Naast economische wordt daarmee ook ecologische, sociale en culturele welvaart in kaart gebracht. Toen Monsanto de Bhutanese markt op wilde, zeiden daar: Namasté, laten we even samen de Happiness checklist doorlopen. Gentech, pesticiden, monocultuur, uitkruisingsrisico’s, dure zaden, derde wereld boeren nog afhankelijker van eerste wereld patenthouders… Nope, sorry, maar kom vooral terug als je iets hebt wat beter scoort op onze index, fijne dag.
Een failliet model
Ondertussen denderen we hier blind door alle grenzen heen en ondermijnen we ons vermogen om in de toekomst te kunnen produceren. Penny wise – pound foolish. In onze verslaving aan korte termijn winst lijken we met z’n allen op een junkie die in een winstroes zijn eigen vitaliteit afbreekt. Toch raar… Niemand wordt ’s morgens wakker met het idee: laten we vandaag eens het klimaat om zeep helpen, of wat kleuters in Azië aan het werk zetten. En toch gebeurt het. Elke dag. Systeemfoutje heet dat. Het oude winstmodel is failliet. Niks people, planet, profit. Uiteindelijk wint profit altijd. En proberen ondernemers écht te verduurzamen, zoals Paul Polman van Unilever, dan worden die snoeihard teruggefloten door hun aandeelhouders, zoals pensioenfondsen en verzekeringen. Wijzelf dus, want dat zijn wel mooi onze pensioenen…!
Duurzaamheid dringt door in financiële wereld
De financiële wereld is inmiddels wel volop bezig met duurzaamheid. Met het herzien van de winstdefinitie. Want doe je niks aan people en planet, dan riskeer je tenslotte je vermogen om in de toekomst winst te kunnen maken. Logische vervolgstappen zijn dat de financiële sector de risico’s van bodemverarming, watervervuiling, biodiversiteitsverlies, aantasting van de gezondheid en ander maatschappelijke risico’s gaan meewegen in hun risicoanalyses. Want die hangen natuurlijk allemaal met elkaar samen. Duurzaamheid breekt uit de groene bubbel en begint in te dalen in het DNA van de economie.
Landbouw, klimaat en water
Een paar feiten over landbouw en voeding:
- 33% van alle broeikasgasuitstoot wordt veroorzaakt door landbouw, voeding en bosbouw.
- We verliezen 30 voetbalvelden aan vruchtbare landbouwgrond per minuut als gevolg van intensieve landbouw.
- De totale verborgen kosten van de voedselproductie worden door de FAO geraamd op 2.100 miljard dollar aan milieukosten en 2.700 miljard aan sociaal-maatschappelijke kosten. 4.800 miljard per jaar. Dat is bijna net zoveel als de totale inkomsten uit de voedselproductie wereldwijd. Voedsel zou dus twee keer zo duur moeten zijn, als je de werkelijke kosten in rekening wil brengen.
Besparing tot 60% op water
Als het gaat over droogte en waterbesparing, dan is het verhaal van de Zuid-Afrikaanse biologische wijnboer Eddie een goed voorbeeld. Eddie gebruikt geen kunstmest, maar diverse groenbedekkers en compost. Door zijn geraffineerde landbewerking neemt het bodemleven en het organische stofgehalte toe en daarmee de sponswerking van de grond. Op de zanderige Afrikaanse bodem bespaart hij zo tot 60% op zijn watergebruik. Hij vertelde me dat zijn gangbare buurman zijn irrigatiequotum allang had opgebruikt, dus voorzag hij hem elke dag van water. Behalve soil-smart is biologische landbouw waarschijnlijk ook climate-smart, biodiversity-smart en health-smart. Om dit te kunnen monitoren ontwikkelden wij samen met anderen de ‘True Cost Accounting in Food, Farming and Finance‘ pilot om zo de maatschappelijke kosten in kaart brengen.
Bio is niet te duur, gangbaar is te goedkoop
In 2017 bleek uit ons rapport – op basis van rekenmodellen van de WHO – dat onder meer biologische appels 19 cent per kilo gezonder zijn dan conventionele appels. Puur door het verschil in pesticide residuen. Ook voor de bodem, water, klimaat en andere indicatoren zagen we verschillen tussen biologisch en gangbaar, soms grote, soms kleinere. Maar een ding was duidelijk: de geëxternaliseerde kosten (kosten die door producenten worden veroorzaakt maar door de maatschappij als geheel worden gedragen) van de biologische producten waren substantieel en structureel lager. Vervolgens hebben we onder de slogan ‘Bio is niet te duur, gangbaar is te goedkoop’ een Europa-brede campagne gevoerd met diverse supermarktketens. Want de consument, de ‘sleeping giant’ heeft recht op dit soort informatie en keuzevrijheid. Hiervan verstoken is het logisch dat hij op zoek gaat naar de laagste prijs, ten koste van people & planet.
Voeding en landbouw in 2040
Ik sluit graag af met de volgende wens:
In 2040 eet heel Nederland lekker, gezond en duurzaam. Alle relaties en transacties in de land- en tuinbouw vinden plaats op basis van: volledige transparantie, true value en eerlijke marktverhoudingen. Vanuit die principes leidt Nederland ook de omslag in de internationale markt. Het credo dat Nederland tot de grootste exporteurs van voedsel behoort is dan volledig vervangen door: Nederland wereldvoorbeeld van duurzaam, transparant en gezond.
Concreet betekent dit:
- Het humusgehalte van onze bodems is weer op peil
- Grondwater wordt niet meer vervuild door kunstmest, landbouwchemicaliën of medicijnresiduen
- Biodiversiteit is hersteld en wordt gekoesterd als belangrijkste indicator voor veerkracht in de landbouw
- Landbouw en voeding gerelateerde broeikasgasemissies zijn gereduceerd tot nul, onze bodems zijn weer een carbon sink (opname van CO2 mogelijk)
- Alle externe maatschappelijke kosten én baten van de voedselproductie zijn volledig zichtbaar, gemonetariseerd en verrekend in de kostprijs, uiteraard ondersteund door fiscale prikkels en wetgeving
- Artsen geven patiënten eerst een gedegen voedingsadvies voordat ze pillen voorschrijven
- Supermarkten zijn uitgegroeid tot lokale gezondheidscentra waar geen bocht meer wordt verkocht
- Kennis van natuurlijk-, sociaal- en spiritueel kapitaal is vast bestanddeel van het curriculum van iedere businessschool, evenals de bijbehorende monetarisatie modellen
Lotgenoten, ik dank u voor uw aandacht.
Volkert Engelsman
Geef een reactie