Raak jij ook zo in de war van de termen die gebruik worden als het gaat om de vleesconsumptie? Weet jij bijvoorbeeld welk vlees je eet als je kiest voor de bio-industrie? Klinkt best biologisch toch? Nou, dat is het allesbehalve! Wij leggen het je haarfijn uit zodat je een bewustere keuze kunt maken in de winkel.
Ook interessant: Wat als… we al ons voedsel lokaal zouden produceren?
- Tekst gaat verder onder de afbeelding
Dit zegt Wakker Dier
Kies je voor vlees uit de bio-industrie, dan kies je volgens Wakker Dier voor:
- Ongeveer 500 miljoen dieren die onder afschuwelijke omstandigheden leven. Fabrieksmatig worden deze dieren vermeerderd en vetgemest. Dagelijks worden zo 1,7 miljoen dieren geslacht in Nederland.
Jij vraagt, zij leveren
Bij bio-industrie moet je denken aan vee-industrie of intensieve veehouderij. Deze industrie heeft een negatieve invloed op lucht, water en bodem door uitstoot van nitraat, fosfaat en ammoniak. Dieren worden in (mega)stallen dicht op elkaar gehouden en overal wordt op bespaard, ten koste van het dierenwelzijn. Doel is om met zo min mogelijk tijd, geld en moeite zoveel mogelijk kilo’s vlees, melk of eieren te produceren. Zodat jij in de winkel fijn je kiloknallertje kunt kopen! Of je euro hamburger bij McDonalds. En worden er mannetjes geboren in een keten waar melk of eieren het verdienmodel is, dan gaan die naar de kalfsmesterij ‘fabrieksstal’ of worden direct uit het ei vergast.
Goed bedoeld, fout uitgepakt
De opzet van de bio-industrie was goed bedoeld. Na WO II wilde de overheid zoveel mogelijk voedsel produceren. Daarvoor moesten boerenbedrijven zich op één onderdeel richten: je werd kippen-, varkens- of (melk)koeienboer. Wat fout ging was dat alles zo efficiënt en goedkoop mogelijk moest gebeuren. Dus geen stro in de stallen en zo veel mogelijk kippen, varkens en koeien op zo min mogelijk vierkante meters. De ene keer dat deze dieren wel buiten komen is voor de slacht. Het opfokken van dieren is gericht op zoveel mogelijk eieren leggen, zoveel mogelijk melk produceren of zo snel mogelijk opgroeien voor de slacht. Daarmee is het wel degelijk een industrie.
Dierenwelzijnsorganisaties bedachten de term bio-industrie. Sinds 2009 gebruiken zij die term zelf niet meer, omdat onderzoek uitwijst dat mensen die verwarren met de biologische veehouderij. Daar hebben dieren juist meer ruimte en komen wel buiten. De term vee-industrie moet de verwarring met de biologische veehouderij voorkomen.
Kwaliteit (van leven)
Zeker voor opgroeiende kinderen is vlees een goede bron van belangrijke eiwitten. Kies je af en toe voor vlees, dan heb je de keuze voor de bio-industrie of de bio(dynamische) veehouderij. De meeste bio of Demeter boeren verwelkomen je graag op hun bedrijf. Ze willen jong en oud namelijk heel graag laten zien hoe zij het anders doen. Deze bedrijven zijn meestal gemengde bedrijven waar het dier onderdeel uitmaakt van de gesloten keten op het bedrijf. We hebben de bio-industrie echt niet nodig om ons van voedsel te voorzien in Nederland. Wil jij deel uitmaken van de verandering, kies in de (biologische) winkel dan voor vlees, zuivel en eieren met het kwaliteitskeurmerk biologisch, biodynamisch of EKO (meer over de keurmerken lees je hier).
Geef een reactie